Complexe systemen

In de wetenschap vindt veel onderzoek plaats op het gebied van complexe systemen. Het onderzoeksveld van complexe systemen is heel breed: hersenen, insectenkolonies, zwermen vogels, immuunsysteem, voedselketens, bankennetwerken, financiële markten, sociale netwerken, steden, bevolkingsgroei, spreiding van verbindingen, klimaatverandering besmettelijke ziektes, etc. Ook is er door diverse auteurs een vertaling gemaakt naar sociale systemen, zoals organisaties.

Complexe systemen zijn grote verzamelingen van relatief eenvoudige elementen, die op elkaar inwerken op niet-lineaire manieren, met geen centrale sturing en relatief simpele regels die leiden tot zich ontwikkelende patronen. Dit heeft gevolgen voor verandering.

Wat is een complex systeem?

  1. Een complex systeem bestaat uit onderling verbonden actoren die in meer of mindere mate van elkaar afhankelijk zijn.
  2. Binnen een complex systeem zijn er acties en reacties die verandering kunnen stimuleren of juist tegenhouden.
  3. De karakteristieken en het gedrag van een complex systeem ontwikkelen zich vanuit relatief simpele regels voor interactie.
  4. De elementen in een complex systeem werken op elkaar in op een niet-lineaire manier.
  5. De ontwikkeling van een complex systeem is afhankelijk van de uitgangspositie van het systeem.
  6. Het systeem kan slechts in beperkte mate veranderen vanuit zijn oorspronkelijke staat.
  7. Door vreemde invloeden kan een complex systeem in een staat van chaos terecht komen en vervolgens veranderen naar een nieuwe context.
  8. Adaptieve agents binnen het systeem zijn in staat om te reageren op verandering.
  9. Zelf-organisatie: nieuwe gedragspatronen ontstaan uit de interactie van deze agents.
  10. Co-evolutie: adaptieve agents beïnvloeden andere adaptieve agents waardoor zij gezamenlijk doorontwikkelen.

Implicaties voor organisaties

  1. Breng het hele systeem bij elkaar, door interactie met stakeholders, om de context goed te begrijpen.
  2. Profiteer van processen ie het syteem versterken en mitigeer tegengestelde processen in het systeem.
  3. Laat allesomvattende strategieën los en focus op actie door kleine experimenten en improvisatie.
  4. Daag aannames over oorzaak-en-gevolgrelaties uit.
  5. Laat best practices los en focus op improvisatie door gebruik te maken van scenario planning.
  6. Begrijp de grenzen voor acties als gevolg van de organisatiecultuur, waarden en business modellen.
  7. Sta open voor onverwachte veranderingen en bouw het lerend vermogen op om om te gaan met onzekerheid en chaos.
  8. Zorg voor voldoende organisatiesensitiviteit om bewust te zijn van de verschillende spelers in het systeem.
  9. Empower organisaties, teams en individuen om zichzelf aan te passen in reactie op een veranderende context.
  10. Bouw allianties op met andere spelers in het systeem om van elkaar te leren en elkaar te versterken.